De komst van de digitale dokter

” Uit Trends van 15/04/2021″

De digitalisering in de zorg gaat te traag. Daar probeert cardioloog Pieter Vandervoort iets aan te doen met zijn

onderzoeksgroep aan de Universiteit Hasselt.

 

Waarom moet u deze onderzoeker kennen?

Zonder cardioloog Pieter Vandervoort (UHasselt) was de succesvolle app van Fibricheck voor het meten van

hartritmestoornissen er nooit geweest. “Ik had het als afstudeeridee gelanceerd voor industriële en biomedische ingenieurs”,

vertelt Vandervoort. Twee studenten hebben daarna de fundamenten van een van de opvallendste Vlaamse start-upsuccessen

van de jongste jaren gelegd. Het algoritme om hartritmestoornissen te monitoren zit intussen in de smartwatches van Samsung

en Fitbit.

Waarover gaat het onderzoek?

Onderzoek was voor Vandervoort een late roeping. De nu 60-jarige arts stond in 2012 mee aan de wieg van de onderzoeksgroep

voor mobiele gezondheidszorg aan de Universiteit Hasselt. “Ik ben gefascineerd door technologie”, vertelt hij. “Ik begreep niet

waarom de digitale revolutie in de gezondheidszorg maar niet doorbrak. Toen de UHasselt het plan opvatte om klinisch

wetenschappelijk onderzoek te doen, heb ik voorgesteld nieuwe technologie te introduceren in de medische wereld.”

Vandervoort werkt als cardioloog in het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk. Daarnaast leidt hij aan de UHasselt een tienkoppige

onderzoeksgroep voor mobiele gezondheidstoepassingen. Ze heeft niet enkel aandacht voor hartziektes. Er lopen ook

projecten voor het monitoren van slaap, revalidatie, moeilijke zwangerschappen en orthopedie. Zelfs de diagnostische pleister

van Bytebies om covid-19-patiënten te volgen is schatplichtig aan zijn onderzoek.

Hoe groot is het internationale renommee?

Vandervoort trok na zijn opleiding cardiologie in Leuven naar Boston voor een specialisatie. De zes jaar dat hij daar bleef, legden

de kiemen voor zijn latere onderzoeksactiviteit. Geneeskundig onderzoek is per decnitie internationaal. “Wat werkt voor een

Vlaamse of Waalse patiënt werkt ook voor een buitenlandse patiënt”, stelt Vandervoort. “Wij presenteren onze resultaten in

internationaal gespecialiseerde tijdschriften en op congressen. We zien de jongste jaren een groeiende interesse voor de

digitale ontwikkelingen in de zorg. Corona heeft de noodzaak daarvan de jongste maanden alleen maar onderlijnd.”

Zijn er economische toepassingen?

Het onderzoek naar de digitalisering in de zorg zit een beetje in een catch 22. “Langer leven is de gouden standaard van het

medisch onderzoek”, legt Vandervoort uit. “Maar het nut van digitale technologie daarin aantonen is niet zo vanzelfsprekend en

erg duur. De crma’s die er de middelen voor hebben, investeren liever in consumentenproducten. Als Apple zijn iPhone als

medisch gevalideerd toestel in de markt zou zetten, kost zo’n smartphone een veelvoud van de huidige prijs. De

productievoorwaarden zouden fors strenger worden. Dat proberen ze hardnekkig te vermijden.”

Tijdens de eerste golf van de pandemie volgden Vandervoort en zijn team vijftig coronapatiënten thuis. “Zolang er geen

behandeling voor covid-19 is, kun je niet veel meer doen dan de parameters bij een patiënt opvolgen. Zuurstofsaturatie,

bloeddruk en hartritme thuis opvolgen en die drie keer per dag doorsturen naar een arts, is kwalitatief gelijkwaardig aan de

klinische standaard van vandaag. Het belangrijkste verschil? Artsen krijgen de patiëntengegevens nu via een app in plaats van

via een verpleegkundige.”

Waar haalt de onderzoeker zijn inspiratie?

“Onderzoek zag ik eerst als laboproeven met ratten”, lacht hij. “In Boston stonden onderzoek en klinische praktijk dichter bij

elkaar. Dan kun je onderzoeksideeën meteen integreren in de zorg voor patiënten. Ik vraag me voortdurend af wat er beter kan.

Zo verzamelen we klinisch relevante gegevens bijna alleen tijdens een doktersbezoek. Maar hartkloppingen krijg je niet

noodzakelijk wanneer je bij een hartspecialist bent. De opvolging uitbreiden tot buiten de ziekenhuismuren is dus een stap

voorwaarts.”